Wham 18-03

De slemspellen konden het verschil maken. Wham, daar komen ze:

Spel 2 was niet al te moeilijk. 6 is makkelijk biedbaar en 7 eigenlijk ook wel.

Oost kan overwegen sterk (semi mancheforcing) te openen, maar ik ben daar niet zo’n voorstander van, zoals jullie inmiddels zullen weten. Als 1 Ha wordt uitgepast, zal het toch geen manche zijn.

Oost opent dus 1 Ha en West bied – afhankelijk van het systeem – 2 Kla of 2 SA (dat zouden Frank en ik doen: 10-13 punten met een 3 kaart mee). Maar ook na 2 Kla kom je er wel uit. Oost herbiedt dan 2 Sch (reverse) en West biedt alsnog via 3 Ha zijn fit aan.

Oost kan ingewikkeld gaan doen maar wil eigenlijk alleen maar het aantal azen horen dus 4 SA. Nu hoor je 2 azen en kun je al tot 12 tellen. De luie speler biedt nu 6 Ha, terwijl de meer geïnspireerde kaarter toch nog een naar de heren zal vragen. Nu hoor je er eentje en laat dat nou net je 13e slag zijn: 7 Ha en je kunt bijna claimen voor de dummy opengaat.

Spel 4 is bijna slem:

Oost heeft 18 punten en je maat opent 1 Kla en herbiedt nogmaals z’n Kla’s. Dat vraagt om een slempoging maar op 4 SA hoor je teleurstellend 5 Kla (1 aas). En laat Kla H nou mis zitten, waardoor het nut van azenvragen weer eens gebleken is.

Spel 20 is een hele lastige:

Na een pas van West opent Noord 1 Ha en zegt Oost doublet. Zuid pakt de koe bij de hoorns en knalt 4 Ha. Een dappere West bood tegen ons nu 4 Sch (mooi bod Cees!), waarop Ingmar niet moeilijk deed en a tempo 6 Sch bood. Dat het zelfs 7 is, hadden ze niet durven dromen, maar ik zou erg tevreden zijn met dit fraaie slem.

Als Oost geen doublet had gegeven maar 2 Kla zou hebben gevolgd, wordt het een stuk lastiger overigens.

Kortom, eigenlijk maar 2 slems, maar in een viertallenpot kunnen ze net het verschil maken. Volgende weken weer lekker paren, dan kosten de slems wat minder dus kun je ze wat sneller bieden (top of nul).